Medewerkersparticipatie en de Belastingdienst
Start je met een participatieregeling, dan heb je met de Belastingdienst te maken omdat de koper van aandelen in uw bedrijf een medewerker is. In een werkgever-werknemer relatie wordt het overdragen van aandelen kritisch bekeken. De Belastingdienst vermoedt bij voorbaat een vorm van beloning en dat is fiscaal belast.
Het waarderen van de onderneming en het bepalen van de prijs van de aandelen is dan ook een belangrijk punt in een participatieplan en eigenlijk in alle situaties waarin een ondernemer aandelen geeft of verkoopt aan medewerkers. Al verkoop je maar een paar aandelen aan een manager, dan kan je al te maken krijgen met de Belastingdienst.
Waarderen en Belastingdienst?
Het verkopen of geven van aandelen aan medewerkers is uiteraard mogelijk. De prijs van de aandelen moeten echter overeenkomen met de waarde in het economische verkeer. Zo staat dit omschreven in de wet.
Maar wat is voor uw onderneming nu de waarde in het economische verkeer? Veel bedrijven bepalen de prijs op basis van vijf keer de winst of een andere hele eenvoudige grondslag. Helaas is de Belastingdienst het niet altijd eens met een dergelijke eenvoudig gekozen grondslag.
Wil je aandelen verkopen aan een medewerker of aan meer medewerkers, dan doe je er verstandig aan om de waarde van het bedrijf te laten vaststellen door een Register Valuator aangesloten bij de beroepsvereniging NiRV.
Waarderen is een vak apart. Er zijn heel veel manieren om de waarde te berekenen. Wil je de waarde weten voor het overdragen van aandelen, kies dan voor een DCF methodiek. Een DCF methodiek kijkt naar de toekomstige resultaten en verwachtingen. Deze methodiek wordt door de Belastingdienst geaccepteerd als een goede methodiek. De kosten voor het waarderen van een MKB-bedrijf liggen rond de € 4.000,-
Fiscale behandeling
Wil je geen risico's lopen op een naheffing en een boete als je de aandelen verkoopt aan de medewerkers, dan doe je er goed aan om een vooroverleg te voeren met de Belastingdienst over de regeling en de waarde van de aandelen. Maar dit hoeft niet altijd.
Kies je ervoor om met SNPI samen te werken en helpen wij je met de regeling te ontwerpen, dan is een vooroverleg meestal niet nodig. SNPI werkt volgens een protocol en loopt de regeling helemaal na op basis van een aantal aspecten. Volg je deze richtlijnen, dan volstaat het om na de invoering, melding van de regeling bij de Belastingdienst te doen aan de hand van een door SNPI opgestelde brief. Wil je toch liever afwijken van het protocol, dat kan natuurlijk ook. We zullen dat dan signaleren en adviseren om dan toch een vooroverleg te doen.
Vooroverleg met de Belastingdienst is een lastige route
Dit vooroverleg verloopt helaas niet altijd volgens plan. Er zijn namelijk binnen de Belastingdienst geen heldere richtlijnen rondom het waarderen van MKB-bedrijven en het beoordelen van participatieplannen.
Steeds vaker zien wij dat de Belastingdienst voorstelt om er fiscaal gezien een lucratief belang van te maken (box 2). In dat geval hoeft de Belastingdienst de waardering namelijk niet te toetsen. Het is een gemaksvoorstel, maar niet het beste voorstel. Afrekenen in box 2 is voor de medewerkers fiscaal veel ongunstiger dan een fiscale afrekening in box 3. Het is niet in het belang van het succes van het participatieplan om de medewerkers onnodig te benadelen.
De Belastingdienst heeft helaas niet voldoende capaciteit om waarderingen goed te toetsen - wat nodig is voor een afrekening in box 3. De meeste inspecteurs stellen daarom een lucratief belangregeling voor of een waarderingsgrondslag, die niet realistisch is. Het is daarom belangrijk en goed om te weten dat een vooroverleg niet hoeft te resulteren in een overeenkomst tussen de onderneming en de Belastingdienst.
Kies niet onnodig voor een lucratief belang
Je hoeft het advies van de inspecteur niet op te volgen en te aanvaarden. Is het geen lucratief belang? Ga dan ook niet akkoord met een lucratief belangregeling.
Heb je een probleem met de Belastingdienst en loopt een vooroverleg vast, leg de casus dan eens aan SNPI voor. SNPI legt je casus naast de SNPI-richtlijnen en maakt hiervan een rapport. Op basis van onze bevindingen, kun je een gedegen besluit nemen wat te doen. Het komt steeds vaker voor dat bedrijven het vooroverleg naast zich neerleggen.
Neem de tijd en praat eens met SNPI
Wil je eens verder praten over de mogelijkheden, neem dan contact op en we plannen een call in om eens vrijblijvend te praten over de mogelijkheden en toepassingen die er zijn!
Heb je in corona-tijd ons boek besteld, dan komen wij deze zomer graag naar je toe. Als je ons de aankoopmail van Managementboek kan laten zien, dan komen wij graag bij je langs. Uiteraard houden wij bij het bezoeken van je onderneming wel de coronamaatregelen in acht.