Dit jaar onderzoekt SNPI trends op de arbeidsmarkt tussen verschillende generaties. Dit keer: denken jongere generaties anders over bezittingen en ervaringen dan de oudere werknemers? En wat betekend dat voor hun participatie binnen het bedrijf?
Grote vooroordelen over generaties
Vorige week blogden we al over de relatie tussen werk, geluk en verdiensten.Deze week beschrijven we hoe dit werkt voor verschillende groepen werknemers. Voor de duidelijkheid nog even een overzicht van de verschillende generaties:
1. Protestgeneratie/babyboomers (geb. 1941-1955)
2. De verloren generatie (geb. 1956-1970)
3. Pragmatische generatie (geb.1971-1985)
4. Grenzeloze generatie/millennials (geb. na 1986)
Millennials kiezen voor geluk, maar hebben stress over geld
Millennials (geboren na 1986) zijn opgegroeid tijdens de financiële crisis. 88% van de Amerikaanse millennials, blijkt uit onderzoek van Forbes, vind geluk belangrijker dan materieel bezit en geld.
Millennials geven veel geld en tijd uit aan reizen. Dit lijkt soms wel relatie te hebben met de onzekere economische toekomst waarin millennials zijn opgegroeid. Wat echter ook uit dit onderzoek blijkt, is dat deze groep zich wel relatief veel zorgen maakt over geld. Meer dan 43% zegt dat ze niet genoeg geld hebben om zich de juiste gezondheidszorg te veroorloven wanneer ze ziek zouden worden en maar liefst 46% heeft een hoge schuld als gevolg van studie. Nu is in Nederland gelukkig de gezondheidszorg en ook het systeem voor studieleningen een stuk beter ingericht dan in de Verenigde Staten, maar zijn millennials hier ook zo paradoxaal wanneer het gaat over geld? Dus enerzijds aangeven de waarde van geld en bezittingen niet bepalend te vinden in het leven, maar anderzijds wel veel zorgen hebben over geld?
Zijn participatieplannen voor millennials wel betaalbaar?
En beïnvloedt het denken over geld, ervaringen en bezittingen de manier waarop millennials participeren binnen het bedrijf? Kunnen millennials participatieplannen wel betalen? En als ze het kunnen: willen ze hun dertiende maand dan uitgeven aan aandelen? Of sparen ze dat liever voor een grote reis? Uit onderzoek van ProShare, de Britse equivalent van SNPI, blijkt dat millennials inderdaad aangeven dat “affordability” een probleem is bij participatieplannen, en de grootste reden om niet mee te doen. Opvallend is dat in het onderzoek van ProShare blijkt dat voor de twee generaties boven de millennials, de pragmatische en de verloren generatie de betaalbaarheid van participatieplannen een veel groter probleem is. Maar liefst 58% van de deelnemers uit de verloren generatie geeft aan dat betaalbaarheid van de plannen een probleem is. Hoe komt dit naar voren in ons eigen onderzoek?
De resultaten van SNPI: waardering
Hoe zien we dat in ons onderzoek terug, hoe waarderen de generaties de balans tussen geld, werk en ervaring?
• Geen verrassing zijn de grote verschillen bij de eerste vraag in de survey die gaat over bezit en dan specifiek huizenbezit. Slechts 32% van de millennials bezit een huis tegenover bijna 90% van de andere respondenten. De wens om een huis te kopen in de toekomst onder millennials is echter wel groot, van de millennials zonder huis wil 93% alsnog in de toekomst een huis kopen.
• Millennials zijn zelfs iets materialistischer dan de andere respondenten. Met de stelling: ”bezittingen zijn niet belangrijk in mijn leven” is 74% van de millennials het oneens tegenover 61% van de andere generaties.
• Millennials vinden ervaringen belangrijker dan bezittingen (74%), maar de pragmatische generatie (78%) vindt dit nog iets belangrijker dan de andere generaties (71%).
• Grote verschillen liggen in de waardering van werk. Van de millennials zegt slechts 9,3% dat werken het belangrijkste is in zijn of haar leven tegenover 20,5% van de andere leeftijdsgroepen. Dit verschil zit hem met name in het gegeven dat van de babyboomers 60% aangeeft dat werk het belangrijkste is in zijn of haar leven.
• De verschillen zijn minimaal, maar millennials hechten iets meer waarde aan de hoogte van het inkomen uit werk dan andere leeftijdsgroepen. Maar, ook in dit onderzoek hecht de pragmatische generatie het meeste waarde aan het inkomen uit werk.
• Millennials zijn het meest indifferent van alle leeftijdscategorieën over bonussen: slechts 39% vind beloond worden via bonussen of winstdeling belangrijk tegenover gemiddeld 59% over de andere generaties. Over de andere generaties is deze 59% vrij gelijkmatig verdeeld.
• Vrije tijd vinden millennials iets minder belangrijk dan salaris ten opzichte van de andere leeftijdsgroepen in het onderzoek: 60% heeft liever meer vrije tijd dan meer salaris, tegenover 63% van de andere leeftijdsgroepen.
• Wanneer het gaat om winstdeling zien we dat millennials iets minder enthousiast zijn voor participatieplannen, maar dit gaat maar om zeer kleine marges van enkele procenten. Opvallender is dat millennials een zeer sterke voorkeur hebben voor het financieren van participatieplannen met eigen vermogen.
• Zowel de millennials als de pragmatische generatie vinden het belangrijk om een hechte band te hebben met collega’s.
• Wanneer het gaat om winstdeling zien we dat millennials iets minder enthousiast zijn voor participatieplannen, maar dit gaat maar om zeer kleine marges van enkele procenten. Opvallender is dat millennials een zeer sterke voorkeur hebben voor het financieren van participatieplannen met eigen vermogen.
• Zowel de millennials als de pragmatische generatie vinden het belangrijk om een hechte band te hebben met collega’s
Conclusies: millenial mythes debunked!
“Millennials geven niet om bezittingen, maar om ervaringen” is een vaak gehoorde aanname. Echter, in ons onderzoek zien wij dat niet terug. Millennials geven juist aan dat bezittingen belangrijk zijn. Maar het lijkt ook zo te zijn dat de millennials niet kunnen – of willen - kiezen. Zij geven immers ook aan dat ervaringen belangrijk zijn. Ook in andere onderzoeken zien we terug dat het idealisme van millennials overschat wordt. Zo zijn millennials de belangrijkste groep op de huizenmarkt in Nederland.
Alle generaties geven aan dat ze ervaringen belangrijker vinden dan bezit, de verschillen zijn te klein om verder over te speculeren. Wat wel opvallend is, is dat millennials en de generatie erboven, de pragmatische generatie, ervaringen ook in hun werk zoeken. Ze willen leren en vrienden maken op het werk. Voor de babyboomers lijkt het erop dat ze dat al gevonden hebben, zij geven werk een belangrijke plek in hun leven.
Belangrijk is ook dat het vooroordeel “millennials zijn niet geschikt voor aandelenplannen, omdat ze niet genoeg kapitaal hebben” relatief makkelijk van tafel geveegd kan worden. Hoewel ze niet de meest enthousiaste leeftijdsgroep zijn in dit onderzoek, zijn ze wel de grootste groep die bereid is om hun eigen kapitaal te investeren in aandelen van het bedrijf waar zij werken. Dat belooft dus perspectieven en een toekomst voor aandelenplannen voor werknemers!