SNPI Blog

Zeggenschap of geen zeggenschap

Door Pascale Nieuwland-Jansen | donderdag 21 februari 2019

Wanneer bedrijven besluiten medewerkers mede-aandeelhouder te maken, dan is een van de belangrijkste basiskeuzes wel of geen zeggenschap voor de medewerkers.

Veel adviseurs zeggen: "nee moet je niet doen".

Wij zeggen juist het tegenovergestelde: "Doen!". 

Het al dan niet geven van zeggenschap is een hele belangrijke keuze en bepalend voor hoe de participatieregeling zal gaan worden in de onderneming. 

Waarom zou je, als DGA, überhaupt de medewerker recht op ‘inspraak’ of zelfs ‘macht’ geven binnen de organisatie?

Maar als je aandelen op de beurs koopt, mag je toch ook naar de Algemene vergadering van Aandeelhouders en ontvang je informatie over hoe het gaat, mag je vragen stellen en zelfs stemmen als nodig. 

Waarom zou dit dan niet ook de minimale eis zijn voor medewerkers-aandeelhouders?

Kies je als DGA voor een aandelenregeling en zoek je naar manieren om de medewerkers te binden en te boeien, maar ze ook te laten meedelen in de successen van de onderneming, dan is het toch juist mooi om ook te kijken naar de mate van zeggenschap.

Zeggenschap via aandelen geeft de medewerker meer beslissingsbevoegdheid dan medezeggenschap. De medewerker heeft het recht op het nemen van beslissingen over onderwerpen die te maken hebben met de bedrijfsvoering. De medewerker wordt zo niet alleen gehoord, maar mag ook invloed uitoefenen op beslissingen en deze (mede)bepalen.

Zeggenschap zorgt juist voor meer binding en betrokkenheid. Kritische en meedenkende aandeelhouders, houden iedereen scherp.

Geen Poolse landdag

Bij een brede medewerkersparticipatie kunnen wij ons ook goed voorstellen, dat het niet praktisch is om alle medewerkers bij de AVA te laten aanschuiven. Een STAK met certificaten van aandelen zie blog STAK is bij uitstek geschikt voor een brede aandelenparticipatie. 

Veel adviseurs raden deze constructie aan om de zeggenschap weg te halen bij de medewerkers. Wij raden deze constructie aan om de zeggenschap te bundelen. Certificaathouders hebben zelf geen stemrecht of vergaderrechten in de AVA, maar de STAK wel. De STAK vertegenwoordigt de certificaathouders en het bestuur van de STAK oefent deze rechten uit in het belang van de certificaathouders én de onderneming. 

Door in het bestuur iemand namens de certificaathouders te plaatsen, hebben de certificaathouders indirecte zeggenschap in de AVA. Al naar gelang de medewerkers een groter percentage hebben in het bedrijf, kan het aantal zetels voor certificaathouders in het bestuur ook groter worden, tot zelfs alle bestuursleden medewerkers-aandeelhouders zijn. 
Een aparte certificaathouders vergadering voorafgaand aan de AVA geeft het STAK-bestuur de nodige informatie om mee te nemen naar de AVA.

Kies vooral de mate van zeggenschap dat past bij uw eigen onderneming. Bij platte zelfsturende organisaties is een mate van zeggenschap juist heel gewoon en zou geen zeggenschap heel erg gek zijn. Zo is er met een STAK voor alle wensen wel een goede oplossing te bedenken. 

De DGA zal moeten beslissen of een vorm van (mede)zeggenschap binnen zijn organisatie past en of dit aansluit bij de cultuur die heerst binnen het bedrijf. 

Let wel: geen zeggenschap geven aan medewerkers-aandeelhouders is in mijn ogen geen echte participatie, maar gewoon een financiële belegging. Is dat wat u gaat doen? Helemaal prima, maar noem het dan geen participatieplan. De medewerker mag wel geld inleggen om mede-eigenaar te worden, maar mag niets zeggen, zelfs niet indirect via de STAK. Nou mooi is dat! Zelfs aandelen op de beurs hebben meer zeggenschap.  

Ja, ik blijf graag op de hoogte van nieuwe blogs

Recente blogs