In 2016 is de Nederlandse Corporate Governance Code verder aangescherpt door de Commissie van Manen en invoering is gedacht vanaf 1 januari 2017, ook al heeft het kabinet dit nog niet geregeld. De aanscherping volgt de guidance die sinds 2008 is ontwikkeld, dus het gaat veelal om het verplichten van adviezen die er al lagen.
Ook in andere Europese landen worden de codes aangescherpt en interessant is dat Nederland relatief terughoudend is. Wel wordt in Nederland het opnemen van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen als onderdeel van de strategie in het jaarverslag genoemd maar een verder betrekken van stakeholders bij de governance niet.
Dit is anders in ons omringende landen, merkt Paula Kager (PwC) op in Governance Update. Zij constateert dat de RvC alle vrijheid en ruimte houdt om te bepalen hoe zij stakeholders raadpleegt, ook bij zaken die de RvC zelfstandig bepaalt, zoals de beloning van bestuurders. Feitelijk ligt er alleen de verplichting om de AvA te raadplegen en ook die heeft geen bindend adviesrecht. Een praktijk die in Frankrijk wel ingevoerd gaat worden. In Duitsland liggen voorstellen klaar om de president-commissaris een eigen rol te geven in de discussie met aandeelhouders en bij de Britten wordt zelfs expliciet gesproken over het creëren van stakeholder-adviespanels en het aanwijzen van commissarissen om proactief de dialoog met bepaalde groepen stakeholders te voeren. Kager adviseert om de vrijheid en ruimte om stakeholders te raadplegen vooral te nemen.
Deze ontwikkeling illustreert weer waarom het voor ondernemingen met werknemersaandeelhouderschap niet altijd gemakkelijk is om te werken met een RvC. Het is natuurlijk prima dat een RvC een eigen mening vormt, maar de verplichting om daarbij te luisteren naar aandeelhouders en stakeholders is nogal zacht. Dan ligt het voor de hand om commissarissen te selecteren die duidelijk voorstander zijn van actieve dialoog met stakeholders. Want uiteindelijk is het ook voor management en medewerkers goed om de dialoog aan te gaan met stakeholders en experts van buiten de onderneming.