Millennials staan bekend als mondig en brutaal en je zou verwachten dat wanneer het gaat om medezeggenschap zij ook wel hun woordje klaar hebben. Tegelijkertijd daalt de populariteit van traditionele instrumenten zoals de Ondernemingsraad (OR). Dan zijn er nog vooroordelen over millennials, die maken dat er niet echt naar hen geluisterd wordt. Hoe is het nu werkelijk gesteld met de inspraak door millennials?
Volgens onderzoeker Frits Spangenburg (zie zijn artikel in het AD) zouden alle millennials behandeld zijn als prinsen en prinsesjes door hun ouders. Dat maakt ze mondig en veeleisend, en wanneer zij eens niet hun zin krijgen, zouden ze erg verwend gedrag kunnen vertonen. Maar zijn millennials echt wel zo verwend? Millennials groeiden op in een tijd van economische crisis. Zekerheden die generaties hiervoor hadden, zoals een vast contract waarmee je een koophuis kunt kopen, zijn lang niet voor iedereen uit deze generatie weggelegd. In ieder geval, niet nu. Wel zijn millennials opgevoed, door ouders maar ook op school, met het principe dat je altijd je mening mag geven.
Als we kijken naar de typische generaties: de babyboomers (geb. 1941-1955) de verloren generatie (geb. 1956-1970), de pragmatische generatie (geb.1971-1985) en de millennials (geb. na 1986) zien we in ons onderzoek overeenkomsten en verschillen in opvattingen over medezeggenschap en inspraak:
Heeft dit te maken met het veronderstelde egoïsme van millennials? Ze willen wel graag invloed uitoefenen op hun eigen functie, maar niet nadenken over bedrijfsbredere beslissingen die ook collega’s aangaan? Ook dit is niet helemaal waar. De millennials in ons onderzoek voelen zich zeker wel betrokken bij hun collega’s. Het grootste gedeelte van hen geeft aan vrienden te zijn met collega’s, tegenover slechts de helft van de oudere medewerkers. Is dit genoeg om ze vrij te spreken van het oordeel van egoïsme?
Afname van de belangstelling en betrokkenheid bij traditionele medezeggenschapsinstituties zoals de OR, maar ook vakbonden, ligt misschien niet helemaal exclusief aan de millennials. Het lidmaatschap van vakbonden daalt heel snel bij iedereen onder de 45, dus ook al in de pragmatische generatie. Het is geen exclusief probleem bij de jongste generatie werknemers. Gebrek aan interesse voor traditionele inspraak lijkt een maatschappijbrede ontwikkeling, die al eerder is ingezet. Uit ons onderzoek blijkt zelfs dat de Pragmatische Generatie, de generatie meteen boven de millennials dus, nog negatiever is over de OR dan de millennials.
Waar liggen de nieuwe vormen van participatie dan wel? Volgens ons onderzoek zou een groot gedeelte van de millennials wel mee doen in medewerker-aandeelhouder projecten, en in de pragmatische generatie is dit aantal nog hoger. Medewerker-aandeelhouderschap biedt meer mogelijkheden voor directere zeggenschap: op een aandeelhoudersvergadering of een certificaathoudersvergadering. Bovendien geven deze participatieplannen het soort binding met het bedrijf wat een nieuwe generatie medewerkers nodig heeft. Zij zoeken een bedrijf waarin ze zich persoonlijk kunnen ontwikkelen: familie, universiteit en werkgever in één.
Medewerker-aandeelhouderschap als recept voor de toekomst? Lees hier meer over het invoeren van financiële werknemersparticipatie: