Ondernemingen die een aandelenregeling hebben die minder goed werkt, gaan op zoek naar de sleutel tot succes. Ook ondernemers die nadenken over een nieuwe regel zoeken naar zekerheid over het resultaat. Wat is de sleutel tot succes?
Iedereen kent wel een regeling waarbij het niet zo goed is gegaan met het participatieplan. Niet altijd is direct zichtbaar waar en waarom het met de regeling niet goed is gegaan. Bij SNPI hebben wij in de loop der tijd tientallen regelingen voorbij zien komen. Sommige werkten goed, anderen wat minder goed. Een ook de vraag naar de sleutel voor succes komt regelmatig terug.
Het Nederlands Model
In 2010 maakten wij het Nederlands Model. Dit model omvatte 9 basisprincipes waar een duurzame aandelenregeling aan zou moeten voldoen. Maar ook al voldeed je aan die 9 uitgangspunten, dat betekende nog niet dat de regeling een gegarandeerd succes zou worden. We zagen regelingen die niet op alle punten voldeden aan het Nederlands Model maar het heel goed blijken te doen, terwijl andere regelingen het minder goed deden, terwijl ze wel voldeden aan de 9 principes van het Nederlands Model. Hieruit leerden wij weer dat een rij basisprincipes niet voldoende is voor het succes van een plan. Wij zijn teruggegaan naar de tekentafel en zijn regelingen gaan bestuderen. Welke fases doorloop je bij implementatie en bij het toepassen? Maar ook welke verschillende disciplines en onderwerpen komen naar voren?
Het 4-componentenmodel
Op basis van deze praktische kennis zijn we gaan bouwen aan wat vanaf 2014 het 4-componentenmodel van SNPI is gaan heten. Wij zeggen dat een plan deze 4 componenten moet bevatten en dat door op een juiste manier de componenten in te vullen je als organisatie zelf het succes van je participatieregeling kan bepalen. De 4 componenten zijn: Strategie & beleid, Techniek, Financieel en Communicatie & HRM. Helaas zijn niet veel bestuurders, DGA’s en andere leidinggevenden zich bewust van de gewenste samenhang tussen deze 4 componenten en vaak hebben zij ook niet de kennis en expertise om voor elk van deze componenten in te kunnen schatten wat het belang is.
Team verzamelen
Kennis van deze componenten maakt dat u uw participatieplan kunt sturen en aanpassen, naar gelang uw eigen organisatie zich beweegt. Dus als je me vraagt wat is de sleutel tot het succes van financiële participatie, dan kan ik zeggen dat bent u helemaal zelf. Maar dat is natuurlijk te makkelijk. U als bestuurder, eigenaar, directeur kunt simpelweg niet alles weten. U moet dus vertrouwen op de mensen om u heen. U doet er dan ook goed aan om de juiste mensen en adviseurs om u heen te verzamelen. Mensen die u scherp houden en de informatie en adviezen geven die u nodig heeft om goed te kunnen besturen.
Plan beweegt mee
Verder moet u het volgende in gedachte houden. Een participatieplan beweegt met de onderneming en vooral ook met een directie mee. Het is niet statisch. De gedachte dat als een plan goed is bij de start, het dus voor eeuwig goed is, kunt u het beste meteen vanaf de start loslaten. De vrijheid die u hiervoor terugkrijgt, maakt dat uw plan flexibiliteit krijgt. Ziet u een participatieplan maar gewoon als een auto. De eerste jaren rijdt u zonder noemenswaardige problemen. Het enige wat u hoeft te doen is er af en toe benzine in gooien, een apk en een onderhoudsbeurt. Na verloop van tijd ontstaan er wat problemen met de motor en moet u die laten repareren. U verwisselt om de zoveel kilometers de banden. U krijgt misschien een keer een ongeluk, iets wat u niet had verwacht.
Sleutels voor succes
En zo is het ook met een participatie. De eerste jaren heeft u er waarschijnlijk geen omkijken naar, maar na verloop van tijd moet u echt beginnen met een onderhoudsbeurt. Soms is het alleen ‘nieuwe olie’ en een andere keer is het iets fundamenteler.
Zeer geregeld krijgen wij verzoeken voor evaluaties. Vaak komen bedrijven bij ons wanneer het al een aantal jaren niet goed loopt met de participatie. Bijna al deze bedrijven kijken naar slechts een paar componenten van het plan. Bovendien blijkt dat mensen te dicht op hun eigen plan zitten, vaak ook mede-aandeelhouder zijn en zo niet met een helicopterview naar hun eigen plan kunnen kijken. Zij kunnen op zo’n moment alleen terugkijken en concluderen dat het plan ooit wel succesvol was. Als het niet je expertise is dan weet je ook niet wat er nog meer speelt in participatieland. Je eigen plan evalueren is derhalve erg moeilijk. Daarbij komt vaak ook nog eens dat de initiële ontwerpers van een plan het participatieplan als hun kindje zien en moeten constateren dat het plan niet meer werkt en toe is aan vernieuwing. Dat is vaak erg moeilijk.
Maar als u zich van tevoren realiseert dat een participatieplan net een auto is kunt u sleutelen aan het succes. Als u uw plan goed onderhoudt, wordt het uiteindelijk die bijzondere oldtimer, die iedereen mooi vindt en die in waarde is gestegen. Laat dat uw doel zijn voor uw eigen participatieplan.