Blog

Van wie is de robot?

Geschreven door Pascale Nieuwland-Jansen | maandag 11 januari 2016

Door robotiseren staat de mensheid opnieuw voor een ontwikkeling die we niet kunnen overzien en die enorme invloed zal hebben op de manier waarop we werken. De focus in de discussies en voorspellingen van de effecten ligt heel vaak op de vraag wat dit gaat betekenen voor de werkgelegenheid. Maar moet de focus wel daar liggen?Door Pascale Nieuwland

Met de komst van de robotisering wordt verwacht dat de werkweek krimpt naar 20 à 30 uur per week. De angst is dat er veel banen zullen verdwijnen door de robotisering, maar er zullen juist ook weer nieuwe banen ontstaan. Productie die overgeheveld was naar lage lonenlanden, zou weer terug kunnen worden gehaald naar ons eigen land. Ook er zullen er door de robotisering nieuwe banen ontstaan die we nu nog niet kennen.

Zoals Joseph Blasi ons al voorhield – bij zijn bezoek aan Nederland in maart 2013 – ligt de bedreiging door het toepassen van robots niet in het afnemen van de werkgelegenheid maar in de vraag wie de eigenaar worden van de robots. Hij geeft het advies om werknemers deeleigenaren te laten worden van de robots die het werk overnemen en waardoor hun taken veranderen. Dit deeleigenaarschap kan in de vorm van aandelen.

Dit advies kom terug in De Robot de Baas, de onlangs verschenen verkenning van de WRR (Wetenschappelijke raad voor het Regeringsbeleid) over dit onderwerp. De verkenning is uitgevoerd onder redactie van Robert Went, Monique Kremer & André Knottnerus

De samenstellers van de WRR verkenning citeren Harvard econoom Richard Freeman: “Mijn stelling is eenvoudig: ongeacht of technologische vooruitgang arbeidsbesparend, kapitaalbesparend, skill-biased is of niet, en ongeacht hoe snel robots of andere machines de menselijke kennis en kunde evenaren of overtreffen, het effect van de nieuwe technologieën op het welzijn van mensen in de hele wereld wordt bepaald door de vraag wie de eigenaar is van de nieuwe technologieën.” Freeman is met Blasi en Kruse medeauteur van The Citizen’s Share. Dus zijn advies ligt voor de hand. Om te voorkomen dat er grote financiële verschillen ontstaan tussen de ontwikkelaars en eigenaren van de robots en de werknemers, is eigenaarschap van het bedrijf en/of robot een oplossing. Een deel van de verkenning is dan ook gewijd aan het verdelingsvraagstuk.

Interessant in dit kader is ook het onderzoek van Anna Salomon van de Universiteit van Utrecht. Volgens haar leidt nieuwe technologie pas tot productiviteitswinst als er in de werkorganisatie aanpassingen worden doorgevoerd om met de nieuwe werkomstandigheden om te gaan: meer trainingsmogelijkheden, meer autonomie op het werk (‘eigenaarschap’) en meer werkzekerheid zijn elementen hiervan. Ervaren van eigenaarschap is evengoed relevant.

Werknemers krijgen eigendomsbelang in hun bedrijf, door bijvoorbeeld het bezit van aandelen. Mede-eigenaarschap door medewerkers leidt tot win-win voor het bedrijf: betere bedrijfsresultaten, sterkere binding van medewerkers met het bedrijf en de bedrijfsdoelen en ook een steviger positie van de medewerkers omdat het hun eigen belang wordt om hun talent volledig in te zetten en te ontwikkelen. Deze effecten worden sterker als medewerkers eigenaarschap ervaren ook op de werkvloer. En uiteindelijk leidt dit ook tot een win-win voor de samenleving. Bedrijven en hun medewerkers – en wellicht ook hun afnemers en andere stakeholders - delen eigenaarschap, problemen en oplossingen rond een ook voor de samenleving belangrijke ontwikkeling.