Tijdens een intieme en persoonlijke ochtendsessie vertelde onder meer Anja Kanters van Donker Groen, een hoveniersbedrijf met inmiddels meer dan 800 medewerkers, hoe zij het eigenaarschap aan het overdragen is aan zoveel mogelijk medewerkers in het groenbedrijf. Waar zij zelf vooral tegenaan loopt, is dat er bij Donker Groen nog té weinig medewerkers het aandeelhouderschap aangaan. Zij ziet vooral het levendig houden van de participatieregeling als mooie uitdaging voor de toekomst, zodat alsnog het merendeel van de medewerkers deel gaat nemen en certificaten koopt.
Na Anja vertelde Daniel Roy, directeur van softwarebedrijf Infi met zo’n 50 medewerkers, hoe bij Infi de participatie is ingericht. Daniel: ‘Je kunt medewerkersparticipatie op allerlei manieren inzetten en er zijn heel veel manieren om het een vorm te geven. Voor het ene bedrijf is het een verkapte bonus op basis van prestatie. En bij een andere organisatie krijg je dividend en kun je aandelen of certificaten kopen. En daar zit van alles tussen in en dat is allemaal goed. Want ik denk dat participatie op zichzelf niet het doel moet zijn. Het is een middel tot een ander doel: het versterken van het ‘samen-gevoel’ dat wij al hadden bij Infi.’
Ilse Visser, voormalig directeur van het recruitmentbedrijf Undutchables, keek in haar presentatie vooral vanuit haar persoonlijke visie terug op de invoering van aandeelhouderschap voor haar (voormalige) medewerkers. Zo’n 7 jaar na de oprichting van hun bedrijf, overlijdt haar zakenpartner en doet een overnamepartij een bod. Dat veroorzaakte een kantelpunt bij Ilse. Ilse: ‘Die mogelijke overname was tegelijk ook een afvlakking: de overnamepartner kwam met een -in mijn ogen te laag- prijsbod. Dus daar ben ik niet op ingegaan. Behalve dat het bod te laag was, zouden we onze vrijheid verliezen en dat wilde ik onze medewerkers niet aandoen. We zijn toen gewoon verdergegaan, maar het zette me wel aan het denken over dat ik ook niet eeuwig door kan gaan en dat er een eindpunt is. Dus ‘hoe verder?’. Zo kwamen we al vrij snel bij SNPI terecht met de vraag: wat is er mogelijk? Zo hebben we samen gaandeweg de medewerkersparticipatie ingericht.’
‘Tenslotte vertelde Evert Meijer, voormalig mededirecteur van adviesbureau Geodan en nu investeerder in start-ups over hoe hij in 2020 afscheid nam bij het bedrijf. Geodan begon al in 2008 met een regeling voor werknemersparticipatie. Dit groeide uit naar meer dan 100 certificaathouders in 2020. In dat jaar werden alle aandelen in Geodan verkocht en verliet Evert het bedrijf. Evert vertelde dat vooral de onderhandelingen met de Belastingdienst destijds een enorme rem en vertraging op de invoering van de participatie hebben gezet. Evert: ‘We hadden, na lang onderhandelen met de Belastingdienst, de waarde van een certificaat vastgesteld op een bepaald bedrag, waarvan wij vonden dat het lager moest. Die waarde werd vastgesteld op basis van het laatste jaar en de prognose voor het komend jaar. Dus ook al dachten, én wisten we zelf al dat het komend jaar niet goed zou worden, de berekening van de waarde stond grotendeels vast. Dus wat gebeurde er: de oorspronkelijke prijs van het certificaat daalde met ruim 40%. Dus mensen kregen een stuk minder dan waar ze rekening mee hadden gehouden. Zo kan het dus ook… Dat is later wel weer ingehaald gelukkig.’
Na een vorstelijke lunch en netwerksessie was het in het middagprogramma de beurt aan Anne-Sophie Halbertsma, die namens de Universiteit Utrecht onderzoek deed naar medewerkersparticipatie en de sociale partners CNV, FNV en AWVN om hun licht over het onderwerp aandeelhouderschap te laten schijnen. Anne-Sophie deelde in haar presentatie een aantal verrassende resultaten uit haar onderzoek. Een aspect uit het onderzoek dat ze interessant vindt, is dat medewerkersparticipatie heel erg afhankelijk lijkt te zijn van de institutionele context waarin bedrijven bestaan. Anne-Sophie: ‘Dat wil zeggen: dat de nationale regel- en wetgeving best een grote impact heeft op en of bedrijven gebruik maken van medewerkersparticipatie. Dus: wat ís de regelgeving, hoe zijn de belastingzaken omtrent medewerkersparticipatie geregeld en zien financieel adviseurs en accountants dit onderwerp vaker voorbij komen?’
‘Verder blijkt uit onderzoek dat, met name in de US maar steeds meer ook in Europa, medewerkersparticipatie- overkoepelend- een positief effect heeft op medewerkersprestaties, bedrijfsprestaties, en op regionaal niveau. En wat medewerkers betreft, kan een participatieregeling ervoor zorgen dat bedrijven makkelijker personeel kunnen werven. Ook heeft het een positief effect op de productiviteit en reduceert het verzuim en verloop.’
Zowel FNV als CNV zijn voor een invoering van winstdeling en participatie in de vorm van aandelen en certificaten. Echter wel bovenop een ‘goed en fatsoenlijk’ loon en mét een ‘goed ingerichte medezeggenschap’, zoals de vakbonden dat omschrijven. Jan Pieter Daems, bestuurslid van CNV heeft het idee dat Nederland nogal achterblijft, vergeleken met de landen om ons heen, waar het eigenlijk veel gebruikelijker en normaler is dat er een vorm van financiële werknemersparticipatie is. Jan Pieter: ‘Terwijl er tegelijkertijd allerlei redenen zijn om het wél te willen. Vooral vanwege het idee dat we vermogensopbouw bij medewerkers willen stimuleren. Daarnaast zien we in een vorm van financiële medewerkersparticipatie veel kansen voor bedrijven om de binding met hun medewerkers te vergroten. En voor medewerkers is het een kans om de zeggenschap over hun eigen werk en hun eigen bedrijf te vergroten. En uiteindelijk daarmee dus om de prestaties van bedrijven te verbeteren. Als vakbond vinden we het eigenlijk heel verrassend dat medewerkersparticipatie in Nederland nog niet echt voet aan de grond krijgt.’
Afsluitend gingen de sprekers van de middag, aangevuld met Tweede Kamerlid Mahir Alkaya (SP), Ronald Kleverlaan (Universiteit Utrecht), Johan van den Elzen (SNPI) en Hans Rodenburg (Wetenschappelijk bureau van GroenLinks) -onder leiding van gespreksleiders Anja Kanters en SNPI-voorzitter Johan van der Elzen- met de zaal in gesprek over drie stellingen. De algehele conclusie daarvan luidde vooral dat het belangrijk is om medewerkersparticipatie op de politieke agenda te krijgen en dat het onderwerp onder de aandacht gebracht moet worden in het coalitieakkoord. ‘Al is het maar met één zinnetje,’ zegt Tweede Kamerlid Mahir Alkaya daarover: ‘Het is een no-brainer óf medewerkers mee moeten kunnen delen en beslissen,’ zegt hij. ‘Maar visie en praktijk toetsen blijft lastig. Hoe is het in de praktijk ingericht binnen het politieke landschap zoals dat nu is? Dat kan veel beter en daar ga ik persoonlijk ook m’n best voor doen.’
Volgens verschillende sprekers zou ook een uniforme module bij de waardebepaling van een bedrijf en de aandelen kunnen helpen bij het verlagen van drempels om medewerkersparticipatie in te voeren. En, zegt Jan Pieter Daems als CNV-bestuurslid: ‘Het verhogen van het belastingvrije bedrag zou een belangrijke stap kunnen zijn om participatie toegankelijker te maken.’
Jasper Schramade van AWVN voegde daar nog aan toe dat het wel belangrijk is om voorwaarden te verbinden aan het breed toegankelijk maken van participatie: ‘Het moet in Den Haag op de agenda komen en er moeten drempels weggenomen worden. Durf met elkaar te praten over de vraag ‘Wat voor bedrijf laat je achter en wat laat je achter voor de maatschappij?’ Ga dat gesprek aan, dat kan vanuit medewerkersparticipatie.’
Volgens Ronald Kleverlaan, die namens de Universiteit van Utrecht deelnam aan het panel, werkt een positieve benadering heel goed: ‘Ga actief successen delen en wacht daarbij niet op de politiek! Dat werkt niet. Zelf stappen zetten! Er is veel ambitie en veel positiviteit, pak die insteek!’ De zaal voegde hier nog aan toe dat het ook zou kunnen helpen om voorlichting te geven over hoe verschillende partijen tegenover medewerkersparticipatie staan, of een soort stemwijzer te maken.
Een idee dat volgens Alkaya van de SP al wel breed gedragen wordt: Mahir Alkaya: ‘Hoewel het niet hoog op de prioriteitenlijst staat, zijn de meningen wel gelijk hierover: het kan heel goed werken’.
Op de vraag van Anja Kanters, waar de panelleden morgen mee aan de slag gaan, was iedereen duidelijk: handen uit de mouwen.
Ronald Kleverlaan gaat proberen met SNPI een coalitie te vormen om richting de politiek een actie/plan of notitie op de agenda te zetten. Ronald: ‘Er zijn heel veel ondernemingen die hier nog helemaal niks mee doen en dat misschien wel willen. Daar gaan we over nadenken. We moeten dit wijder verspreiden. Er zijn veel ondernemingen die iets willen, maar nog niet weten hoe. Ook Hans Rodenburg van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks wil aan een coalitie bouwen. Niet alleen links georiënteerd, maar ook met ChristenUnie, CDA hebben wij veel contact, juist over dit soort onderwerpen.’
Mahir Alkaya (SP) erkent dat het bekijken van visie en praktijk lastig is en dat het toetsen van de visie en het weer terugvertalen naar de praktijk misschien wel nóg lastiger is. Mahir: ‘Zeker voor mij als socialist en zeker vanuit de hoek van emancipatie voor arbeid. Het is voor mij een no-brainer of medewerkers mee moeten en mogen beslissen over de koers van het bedrijf. Maar het gaat om hoe dat in de praktijk is ingericht. Hoe kunnen we stappen voorwaarts blijven zetten. Wetend dat de marges in het politieke speelveld, zeker in het versnipperde politieke landschap, zijn zoals ze zijn. Het blijft een uitdaging om te zoeken naar manieren om stappen voorwaarts te blijven zetten die er niet alleen op de tekentafel goed uitzien, maar vervolgens in de praktijk ook goed werken. Ik zal er persoonlijk ook m’n best voor doen en als ik de kans krijg, proberen om iets in het coalitieakkoord te krijgen. Maar dat is ook iets voor de generatie na mij, omdat ik straks niet meer in de Tweede Kamer zit.’
Jan Pieter Daems blijft dit onderwerp namens het CNV onverminderd ter tafel brengen: ‘Ik denk dat een coalitie supergoed is. Vanuit de praktijk de verhalen onder de aandacht brengen. Met de pet die wij als sociale partners, als vakbonden op hebben, en als gesprekspartners die we van ministeries zijn, hebben we een tafel liggen waarmee we komende tijd een aantal dingen kunnen gaan uitwerken en kunnen gaan agenderen. Dat is de weg van de lange adem, maar die gaan we wel volgen. Want dat is uiteindelijk de route om in het politieke landschap tot een aantal voorstellen te komen. Die voorstellen hebben we broodnodig. Ik hoop dat ik dan bij jullie terecht kan voor goede voorbeelden en verhalen om ons te voeden en precies die punten te adresseren die vandaag ook ter sprake zijn gekomen. Dus laten we de goede dingen blijven doen op dit thema en daar vol voor blijven gaan.’
Jasper Schramade wil graag iedereen meegeven: ‘Stap uit je eigen bubble en probeer zichtbaar te maken wat je zelf niet ziet. Dat is de meest moeilijke uitdaging denk ik. Mijn eigen uitdaging wordt dat bespreekbaar maken bij organisaties: kijk naar het geheel, niet naar een onderdeeltje, dat is de voorwaarde. Kijk naar de gehele organisatie en kijk dan of het past om de stap te maken met elkaar.’
Frank Jansen (FNV) gaat zijn verantwoordelijk dagelijks bestuurder van de FNV informeren over wat de FNV hiermee kan gaan doen: ‘En ik blijf input geven aan alle partijen die aan de onderhandelingstafel zitten. Dit is een onderwerp dat wij, in combinatie met winstdelingsregelingen, aan onze bestuurders mee blijven geven. Zodat ze het ook daadwerkelijk kunnen gaan bespreken en mee kunnen nemen in cao-onderhandelingen.’
Anja Kanters refereerde tenslotte aan een tegel met een spreuk die zij eens kreeg, waarop stond: ‘Doen is een uitstekende manier voor denken’. Anja: ‘Dat denken hebben we vandaag gedaan, en het nu gaan doen is eigenlijk hetzelfde, maar dan met de handen uit de mouwen. Meld je bij Pascale met je voorbeelden en ideeën. We hebben een mooie energie samen om dit uit te dragen.’
Tijdens het diner stond Marjan van Noort, bestuurslid van SNPI stil bij het plotselinge overlijden van SNPI-voorzitter Hans Kamps in september van dit jaar. Zij herinnerde Hans als humorvolle, sympathieke en uitstekende voorzitter van de stichting SNPI: ‘Met zijn ervaring en grote netwerk was Hans een waardevolle aanwinst voor het SNPI-bestuur.’
Vervolgens was de microfoon voor de nieuwe voorzitter van SNPI, Johan van den Elzen. Hij ziet dat medewerkersparticipatie langzaam maar zeker op meer agenda’s komt te staan en is daar heel blij mee. ‘Dat is heel goed, want het is een belangrijk haakje voor ons als SNPI. Als kleine stichting proberen we al heel lang de impact van aandeelhouderschap voor medewerkers te laten zien en daar iets aan toe te voegen. Het is mooi te zien dat dat nu meer over het voetlicht komt.’ Van den Elzen riep ook vooral de aanwezigen op om als ambassadeur op te treden en medewerkersparticipatie meer onder de aandacht te brengen. ‘Daarnaast moeten we zorgen dat we op de agenda blijven komen! Bij de politiek, de belastingdienst, welke organisatie dan ook.’ Van den Elzen pleitte tenslotte voor een fundamentele beïnvloeding en wijziging van het systeem van invoering. Met veranderingen bij de Belastingdienst en fiscaliteiten. Kunnen wij dat systeem beïnvloeden of veranderen? Als je kijkt naar de stichting SNPI, dan denk ik dat we te klein zijn voor een directe beïnvloeding, daar hebben we geen power voor, dat kunnen we niet. Maar wel indirect. Met een coördinerende rol richting sociale partners en partijen, FNV, CNV, AWVN en SP, die onderdeel uitmaakten van het afsluitende ronde-tafelgesprek van de middag.’ ‘Als bestuur zijn we warmgelopen voor een plan dat René voor onze stichting heeft gemaakt. Waarmee we impact kunnen maken en waarin we willen investeren. We hebben vandaag ook allerlei haakjes gezien, dus we gaan verder met de coalitie die we vandaag hebben gezien. Daarmee kunnen we landelijke uitstraling krijgen en samen optreden en optrekken. Wij willen dat graag aanpakken en die partijen bij elkaar brengen, zodat we medewerkersparticipatie verder voor het voetlicht kunnen brengen.’
‘Een paar zaken behoeven vanuit SNPI op dit moment extra aandacht. Als bestuur zijn we tot de conclusie gekomen dat de verhalen van een dag als vandaag terug moeten komen in één verhaal dat consistent onder de aandacht wordt gebracht namens SNPI. We moeten alle verhalen weten te condenseren tot één verhaal. En daar hebben we jullie als genodigden van vandaag bij nodig. Maar die verhalen moeten ook goed gestroomlijnd worden. Zo hebben we als bestuur besloten om een projectleider aan te stellen die dat komende jaren met en namens ons vanuit SNPI verder op gaat pakken. Daar gaan we extra capaciteit voor vrijmaken. Dus als jullie in je netwerk nog iemand kennen, laat het ons weten!’ Ten tweede deed Johan een oproep aan de aanwezigen: ‘Als jullie andere bedrijven kennen, waarbij we aan tafel kunnen komen, laat het ons dan ook weten. Wij schuiven graag aan. En als je samen dezelfde taal spreekt, sluiten we daar graag bij aan. We vormen graag een platform. We denken er bijvoorbeeld aan om een participatie-award te gaan uitreiken, in samenwerking met bijvoorbeeld BNR of de Telegraaf. Dan heb je impact, met tv en veel pers, en dan heb je kans dat het geloof verder verspreid wordt. Schrik dus niet als we jullie bellen.’
Mirte van der Vliet, partner bij adviesbureau Kickstad, ging tijdens het avondprogramma -samen met een van haar medewerkers Nienke Klomp, dieper in op hoe de medewerkersparticipatie bij Kickstad ingericht is. Vooral de ervaringen vanuit Nienke zelf, als medewerker, kwamen hierbij aan bod. Nienke is heel positief over de manier waarop Kickstad het aandeelhouderschap heeft ingericht. Voor haar heeft het aandeelhouderschap een goede en positieve weerslag op de betrokkenheid bij het bedrijf: ‘Ik heb zeker het gevoel dat we als aandeelhouders meer zeggenschap hebben. Dat maakt dat de verantwoordelijkheid en commitment onder werknemers groter is’.
Het laatste woord van de avond was voor Pascale Nieuwland-Jansen, directeur van SNPI. Zij bedankte alle sprekers en deelnemers van de dag voor hun aanwezigheid, openhartigheid en het delen van hun persoonlijke verhalen en visies op de inrichting van hun medewerkersparticipatie. Ook riep zij alle aanwezigen nogmaals op zich te melden met mooie verhalen en best practices, zodat die uitgedragen kunnen worden en nóg breder verspreid kunnen worden in Nederland.