Een blog uit het archief maar nog steeds relevant, zeker met de opkomende studiereis naar Amerika. De Amerikaanse goeroe van de financiële participatie, Joseph Blasi, verwonderde zich over het ontbreken van fiscale voordelen hiervoor in Nederland. Mede-eigenaarschap bevordert participatie, in bedrijven maar ook in de samenleving.
Wie het congres ‘Delen is het nieuwe ondernemen’ vorig jaar heeft bijgewoond of op een andere manier te maken heeft gekregen met Joseph Blasi, tijdens de paar dagen dat hij in Nederland was, zal het met mij eens zijn dat hij een enorme kennis heeft op het gebied van financiële werknemersparticipatie en die verbindt met een enorm aanstekelijk enthousiasme voor het onderwerp. Van huis uit socioloog en inmiddels verbonden aan de leerstoel Corporate Governance van Rutgers’ University, is hij al 40 jaar onderzoeker op dit terrein en auteur van vele boeken en kan met recht een goeroe op het gebied van employee ownership & financial participation genoemd worden.
Toen wij hem uitnodigden om op te treden als key-note gastspreker op het congres ‘Delen is het nieuwe ondernemen’, bood hij aan om SNPI tijdens zijn verblijf ook op andere manieren te helpen om financiële werknemersparticipatie in Nederland te promoten. Hij gaf een presentatie bij de Radboud Universiteit, wisselde kennis en inzichten uit met wetenschappers en ondernemers tijdens het door SNPI georganiseerde rondetafeldiner, sprak op het congres, ging met SNPI op perstoer, stond onvermoeibaar verschillende journalisten te woord en haalde onder meer de voorpagina van het FD. Wat hem in Nederland met name opviel is dat het aandeel bedrijven met financiële participatie in Nederland zo klein is en dat fiscaal op geen enkele manier wordt geprikkeld dat bedrijven en werknemers hieraan meedoen.
Waar zit dan het verschil tussen de Amerikaanse en Nederlandse cultuur op dit gebied? Volgens Blasi zijn Amerikaanse politici, of ze nou democraten of republikeinen zijn, het over één ding eens en dat is de stelling dat iedereen aandeelhouder moet kunnen worden in het bedrijf waar zij of hij voor werkt. Een gedachtegoed, zo leerde hij ons, dat al teruggaat tot in de 18e eeuw toen alle meevarende aandelen kregen in de kabeljauwvisserij. Aandeelhouderschap voor werknemers nam in de jaren ’70 van de vorige eeuw een extra grote vlucht. Het bleek een uitermate goed instrument te zijn om directeuren van bedrijven de mogelijkheid te geven hun aandelen aan het personeel over te dragen, wanneer zij zelf met pensioen wilden gaan. Het werd volop ingezet door bedrijven die potentieel hadden om te blijven bestaan en waar de DGA niet wilde dat het verdween of werd overgenomen door een grote andere partij. MKB- bedrijven die voor veel werkgelegenheid zorgen in de Amerikaanse economie. Bedrijven die wij in Nederland ook veel hebben. De ESOP was geboren!
Via dit systeem konden werknemers via een trust de aandelen van de eigenaar overnemen, tegen weinig risico en zonder veel kosten. De trust kocht de aandelen met een lening van de bank en de opbrengsten van de aandelen (dividend) werden gebruikt om de schulden af te lossen. In eerste instantie waren er voor deze constructie niet eens fiscale voordelen. De bestaande wetgeving voor pensioenvergoedingen kon eenvoudig worden toegepast. Later toen de overheid zag dat een ESOP een mooie manier was voor eigenaren om hun onderneming te verkopen en dat dit voor behoud van banen en ondernemingen zorgde, kwamen er fiscale voordelen.
De fiscale voordelen bij een ESOP zijn alleen van toepassing als meer dan 80% van de medewerkers in staat wordt gesteld om financieel te participeren in het bedrijf. Want waarom fiscale voordelen geven aan bedrijven wanneer er maar een paar aandeelhouders zijn die van die voordelen kunnen profiteren? De basisgedachte blijft dezelfde als bij de kabeljauwvisserij, of bij de toedeling van land aan de Amerikaanse pioniers. Waar Europa de democratie heeft ontwikkeld door het stemrecht los te koppelen van bezit en maatschappelijke positie - stemrecht voor iedereen stond voorop - kun je in de Amerikaanse politieke cultuur ook de omgekeerde redenering terug herkennen. Mede-eigenaarschap versterkt de participatie. Dit geldt voor medewerkers binnen hun bedrijf, van burgers in hun samenleving en van mensen in de mondiale economische verhoudingen.
Heeft u vorig jaar het inspirerende verhaal van Joseph Blasi tijdens het congres gemist? U krijgt wederom de mogelijkheid om hem te horen spreken. Hij zal deelnemen aan de Beyster Conferentie in Californië, dat wij tijdens de studiereis van 21 – 26 juni zullen bezoeken. Gaat u ook met ons mee? Laat u inspireren door de bedrijven, die we gaan bezoeken, waar medewerkers aandeelhouderschap reeds is toegepast. En leer van de onderzoekers hoe u dit op de meest succesvolle wijze kan toepassen in uw eigen organisatie. Raak ook besmet met het mooie ondernemersmodel, waarbij medewerkers aandeelhouder worden.