Financiële participatie of medewerkersparticipatie zijn twee begrippen die door elkaar worden gebruikt en vaak ook naar hetzelfde verwijzen maar niet altijd hetzelfde betekenen.
Door Pascale Nieuwland
Participatie is in deze context het mogen meedoen in een onderneming. Medewerkersparticipatie wordt vaak gebruikt om aan te geven dat de medewerker zo optimaal mogelijk wordt ingezet en betrokken wordt bij de onderneming. Dit kan financieel maar ook met andere instrumenten ( niet-financieel). Financiële participatie betekent dat iemand financieel mede-eigenaar wordt. Maar daarbij kan het ‘meedoen’ ver ingeperkt worden door een specifieke invulling van stemrecht en de keuze voor een bepaald type aandelen. Dan kan er wel sprake zijn van financiële participatie door medewerkers maar is de medewerkersparticipatie, het meedoen, ver te zoeken.
Bomen en bos
Natuurlijk is SNPI groot voorstander van financiële participatie op maat, voor het bedrijf en de werknemers, en een invulling die past bij het bedrijf. In 2010 hebben we samen met experts en ondernemingen het Nederlands Model ontwikkeld om toch de bomen van het bos te kunnen onderscheiden. Dit Model voor duurzaam aandeelhouderschap geeft aan hoe financiële participatie en medewerkersparticipatie elkaar optimaal kunnen versterken met het oog op duurzame resultaten voor het bedrijf. Het Nederlands Model geeft principes en richtlijnen voor het ontwerpen en uitvoeren van een aandelenplan en is een aanvulling op wetgeving en de Corporate Governance Code. Pas bij toepassing van deze punten spreek je over echte werknemersparticipatie.
Neerwaartse spiraal
Waarom is dat zo belangrijk? Heel veel bedrijven die werknemersaandelen hebben ingevoerd, realiseren zich niet dat zij alleen een financiële participatie hebben ingevoerd. Het aspect van het meedoen ontbreekt, bijvoorbeeld omdat de DGA zich bij de invoering heeft laten leiden door angst om medewerkers te veel mee te laten beslissen. Juist nu lopen dit soort aandelenplannen vast. Medewerkers zijn steeds meer ontevreden over het plan – na jaren waarin zij niet zo van zich lieten horen. Zolang het financieel voor de wind gaat werkt financiële participatie – zonder meedoen – als een leuke bonusregeling, die van start gaat zodra de medewerker een leuk bedrag heeft ingelegd. Komt het bedrijf in zwaar weer, dan realiseren medewerkers zich pas goed dat zij wel financieel risico zijn aangegaan, dat zij zelfs hun inleg kwijt kunnen raken, maar hier toch geen enkele invloed op hebben. Juist dan is het voor de werknemer-aandeelhouder ineens wel belangrijk om invloed uit te kunnen oefenen op het beleid van de onderneming. Een duurzaam voortbestaan van de onderneming is immers ook in hun belang.
Het effect wat dan ontstaat in een onderneming met financiële participatie zonder ‘meedoen’ is slecht voor de onderneming en bijna dodelijk voor de financiële participatie. Het werkt verlammend. In plaats dat een aandelenplan leidt tot extra productiviteit en een productievere inzet van medewerkers, ontstaat een neerwaartse spiraal.
Goede tijden, slechte tijden
Medewerkersparticipatie is geven en nemen, informatie geven en luisteren naar partijen, alle partijen naar rato invloed geven en naar rato zeggenschap. Beslissingen worden samen genomen. Zie het maar als een goed huwelijk. De angst van een grootaandeelhouder om de macht te verliezen is ongegrond. Een groot-aandeelhouder met een meerderheidsbelang blijft de grootste stem hebben en kan tegelijkertijd het inzicht en de inzet van medewerkers benutten om tot goede besluiten te komen. Medewerkers die meedenken en meepraten vanuit een belang dat samenhangt met duurzaam resultaat voor de onderneming.
Elke aandeelhouder, ook al is het een minderheidsbelang, heeft duidelijke rechten, die juist in tijden van crisis zo belangrijk worden gevonden. Dit samen met componenten als communicatie, techniek, strategie en beleid maakt een aandelenplan een werknemersparticipatie. In goede en in slechte tijden.
De 9 principes van het Nederlands Model